Een miskraam meemaken is emotioneel zwaar. En ook lichamelijk kan het veel impact hebben. Bij zo’n vijfduizend miskramen en bevallingen per jaar blijven er restjes weefsel van de zwangerschap in de baarmoeder achter. Die kunnen klachten geven zoals onregelmatig bloedverlies, infectie, buikpijn en vruchtbaarheidsstoornissen. Daarom moeten die resten verwijderd worden. Maar hoe dat gebeurt – en wanneer – kan veel verschil maken voor vrouwen die opnieuw zwanger willen worden. Liselot Wagenaar doet onderzoek naar wat vrouwen zélf het belangrijkste vinden in die keuze.
Na een miskraam zijn er verschillende manieren om achterblijvend weefsel te verwijderen. Bijvoorbeeld via een curettage, die meestal snel kan plaatsvinden, of via een hysteroscopie, een ingreep waarbij via een camera in de baarmoeder wordt gekeken en weefsel heel gericht wordt verwijderd wordt. Deze laatste methode heeft mogelijk voordelen voor de vruchtbaarheid op de lange termijn, maar vaak moeten vrouwen er weken op wachten.
“Artsen baseren hun advies vaak op wetenschappelijke data over risico’s en effectiviteit”, zegt Wagenaar. “Maar wat we eigenlijk nog niet goed weten, is wat vrouwen zelf het belangrijkst vinden bij het maken van die keuze. Is dat hoe snel de behandeling kan plaatsvinden? De kans op complicaties? De kans op een extra ingreep? Of vooral hoe snel je daarna weer zwanger kunt worden?”
Voorkeuren achterhalen
In haar onderzoek wil Wagenaar, die het onderzoek uitvoert met gynaecoloog Huib van Vliet, achterhalen wat de voorkeuren zijn van vrouwen met zwangerschapsresten die een actieve kinderwens hebben. Via een vragenlijst wordt vrouwen een serie keuzescenario’s voorgelegd.
Dat gebeurt via een Discrete Choice Experiment een methode waarmee je onderzoekt welke aspecten mensen het belangrijkst vinden bij het maken van een keuze. Vrouwen krijgen steeds twee behandelopties te zien die verschillen in bijvoorbeeld wachttijd, slagingskans of risico’s.
Hoe dat precies werkt? “Stel je boekt een vlucht naar Aruba. Optie 1 kost 500 euro, de vliegreis duurt 16 uur en de stoel heeft normale beenruimte. Optie 2 kost 800 euro, duurt ook 16 uur, maar de stoel heeft extra beenruimte. Als iemand dan voor optie 2 kiest, weet je: die hecht waarde aan het hebben van extra beenruimte en vindt dat dus minstens 300 euro waard.”
Op dezelfde manier toont de vragenlijst bij dit onderzoek steeds verschillende scenario’s van behandelingen, zodat zichtbaar wordt wat vrouwen het meest laten meewegen in hun keuze. “Het lijkt een simpele vragenlijst, maar er zit een slimme berekening achter. Zo kunnen we precies achterhalen wat vrouwen het zwaarst laten meewegen bij hun beslissing.”
Snel weer zwanger worden
“Veel vrouwen willen na een miskraam zo snel mogelijk weer zwanger worden. Elke dag wachten kan er dan één te veel zijn. Tegelijkertijd wil je ook een behandeling die de kans op een succesvolle volgende zwangerschap vergroot”, schetst Wagenaar het dilemma.
“Het doel is dat vrouwen samen met hun arts een weloverwogen keuze kunnen maken, gebaseerd op hun persoonlijke voorkeuren en situatie. Door hun keuzes te analyseren, kunnen we in kaart brengen wat vrouwen echt belangrijk vinden. Daarmee kunnen we in de toekomst beter advies geven dat aansluit op wat voor de patiënt .”
Uiteindelijk willen Wagenaar en Van Vliet het gesprek met patiënten beter aan kunnen gaan. Zo willen ze bepalen welke behandelopties het beste passen bij de medische situatie en de persoonlijke voorkeuren van de patiënt. Dat past binnen het ziekenhuisbrede project Samen Beslissen, waarbij de patiënt actief betrokken wordt en waarin de expertise van de arts en de wensen van de patiënt samenkomen.
Het onderzoek wordt uitgevoerd in zes ziekenhuizen (Catharina Ziekenhuis, LUMC, Jeroen Bosch Ziekenhuis, Canisius Ziekenhuis, Rijstate Ziekenhuis en het Amphia Ziekenhuis) en is recent begonnen. De eerste vragenlijsten zijn inmiddels ingevuld. “We hopen uiteindelijk op minimaal honderd deelnemers. Het is maar tien minuten werk, én voor ons en toekomstige patiënten van enorme waarde.”