EINDHOVEN– Een nieuwe behandeling biedt hoop aan patiënten met darmkanker die uitzaaiingen hebben in het buikvlies. Het Catharina Ziekenhuis en het Erasmus MC deden onderzoek naar een nieuwe behandelmethode waarbij de chemotherapie rechtstreeks in de buikholte werd toegediend. “Deze methode is effectief, veilig, biedt patiënten hoop op genezing en komt nu beschikbaar voor patiënten die hier baat bij kunnen hebben”, zegt onderzoeksleider en chirurg dr. Pim Burger van het Catharina Ziekenhuis.
De afgelopen jaren kreeg een groep van achttien patiënten, die levensverlengende chemotherapie kregen, een zogenoemde INTERACT-behandeling. Die stopte de groei van tumoren, waardoor andere ingrepen weer mogelijk werden. “Dit is bijzonder goed nieuws voor patiënten met uitgebreide buikvliesuitzaaiingen van darmkanker.
Tijdens de behandeling krijgen de patiënten naast hun reguliere chemobehandeling via een slangetje rechtstreeks chemotherapie toegediend in de buikholte. De chemo komt daardoor direct in contact met de uitzaaiingen op het buikvlies. Bij een deel van patiënten sloeg de therapie aan en werden tumoren teruggedrongen. “Daardoor konden vier patiënten alsnog worden geopereerd (HIPEC*) om tumoren te verwijderen. Bij één patiënt is vier jaar na de ingreep nog steeds geen sprake van een terugkerende ziekte.”
“Hoopvolle resultaten”, zegt Burger. “Dit betekent heel veel voor patiënten bij wie er al veel uitzaaiingen in het buikvlies zijn. Vanwege die uitzaaiingen is voor hen een operatie waarbij we alle zichtbare tumoren weghalen niet meer mogelijk. Chemotherapie via de bloedbaan is dan de enige optie. De winst die je daarmee boekt valt tegen en genezing is uitgesloten. Daarom gingen patiënten vaak naar het buitenland voor experimentele behandelingen. Of die iets uithaalden is echt maar de vraag en de kosten, vaak 15.000 tot 20.000 euro, moesten ze zelf betalen. Dat hoeft nu dus niet meer. Deze studie laat zien dat er voor deze groep toch betere behandelmogelijkheden zijn, en het lijkt erop dat zelfs genezing niet uitgesloten is.”
Lees meer over dit onderzoek op de site van het Catharina Ziekenhuis.